POEKE EN PACCO IN THAILAND

mei - juni 2009

zaterdag 30 mei 2009

Apen, diamanten en carnaval


De busreis naar Chiang Mai met het openbaar vervoer verliep prima. Een gok, want tot nu toe verplaatsten we ons bij lange afstanden alleen met prive-busjes. We misten wel de geplande bus doordat de taxi ons te laat kwam ophalen. De eerstvolgende eersteklas-bus ging pas weer 3 uur later, dus namen we een tweede gok. We kozen voor de tweeklas-bus. Ze verzekerden ons airco, dus daar gingen we. Airco was er inderdaad (al was die lauw!) maar tweedeklas reizen zegt blijkbaar niets over de schokdempers! De vering was verschrikkelijk, en achterin de bus gezeten werden we dan ook goed door elkaar geschud! Dit tot groot vermaak van de kids die het meer als een kermisatractie zagen dan als een noodzakelijke verplaatsing!
Gelukkig gingen de drie en een half uur snel voorbij en ploften we in de namiddag neer in Golden Triangle Inn, te Chiang Mai. Niet echt luxueus, kleine kamertjes, maar wel mooi gelegen, dicht bij het centrum. Ons hotel is vernoemd naar de attractie die de meeste toeristen naar deze streek lokt: De Gouden Driehoek. Ook al wonen wij thuis niet ver van drie landsgrenzen verwijderd, we wilden hier het drielandenpunt ook wel eens bezoeken. In onze vorige reis zijn we nooit tot hier geraakt.

Voor de eerste dag boekten we een uitje naar een aantal bergdorpen hier in de buurt. De wandeling die we hiervoor moesten maken, duurt normaal 4 uur maar hij werd aangepast op kinderformaat. Alhoewel we niet echt hoge verwachtingen hadden van deze trip (het was meer om tegemoet te komen aan Jaan's wens nog eens bij een waterval te zwemmen), werd het een hele leuke, intensieve dag. Onze gids, Tienne, kon goed overweg met de kids, en toen hij hoorde dat Jaan van insecten hield, werd daar veel tijd aan besteed. Ook legde hij heel veel uit over de Thaise plantenwereld, liet ons veel ruiken en proeven en hield hij regelmatig halt om even uit te rusten. Uiteindelijk duurde de wandeling toch nog twee uur, mede vanwege het lage tempo. Maar het was heel intensief, met veel klauteren, klimmen en zweten. Onderweg passeerden we naast schitterende flora, ook twee bergdorpen, waar we uitrustten en uitleg kregen. Jaan en Tijn waren niet echt onder de indruk van de primitieve omstandigheden waarin deze Anka-stammen leven. Ze hadden meer oog voor de rondscharreldende zwijnen, kippen, kuikens en poesjes. Toen ik Jaan vroeg of hij hier zou willen wonen, zei hij doodleuk: "Ja hoor, dan kan ik elke dag kuikens vangen!" Wat wel indruk op ze maakte was een bezoekje aan de dorps-kleuterschool. Tijdens de pauze wordt daar (verplicht?) gerust. Zelfs Jaan en Tijn werden er stil van!

De bergdorpen worden bewoond door vluchtelingen uit voornamelijk China, Birma en Laos. De omstandigheden waaronder ze leven zijn in onze ogen zeer primitief. De vluchtelingen stortten zich, eenmaal in Thailand, op de opium-teelt. Helaas was deze business niet alleen winstgevend maar ook illegaal. Het gebied rondom het drielandenpunt werd zodoende een criminele streek en om dit een halt toe te roepen werd de verboden opium-teelt hard afgestraft. De prachtige uitgestrekte papaver-velden hebben we dan ook alleen op foto's mogen aanschouwen.

Het zwemmen bij de waterval was heerlijk verkoelend. Lekker rustig, want er was voor de rest niemand. Jaan bouwde een grote dam, en net toen we hem vroegen uit het water te komen, klonk er een ijzige gil. Jaan kwam aanrennen en bloed liep langs zijn hand. Hij had zich gesneden aan een steen, en het druppelende bloed deed hem nog meer gillen. De pleisters (standaard in de handtas!) kwamen goed van pas, maar de schrik zat er natuurlijk flink in. Hij heeft dan ook nog lang nagesnikt en we hebben nog een heel aantal dagen ontsmet en verbonden...

Op de terugweg hebben we nog een lesje over rijstkorrels gehad. Erg leerzaam, zeker aangezien we het elke dag minstens een maal eten! We hebben gezien hoe het geplant, verbouwd, geoogst en verwerkt wordt. Ongelooflijk dat zo'n klein korreltje zo veel werk opleverd! De tour (geboekt bij Golden Triangle Tours, naast het hotel) is een aanrader. Zeker met Tienne als gids!

's Avonds zijn we, zoals elke avond die we in Chiang Rai doorbrachten, naar de avondmarkt geweest. Er is een groot podium waar doorlopend traditionele dans- en zangoptredens zijn. Tijn herinnert dit aan het tempel-festival dat we in Chiang Mai bezochten, en hij vraagt elke morgen bij het wakker worden: "Gaan we naar het carnaval?". Dus zitten we elke avond braaf voor het podium. Met Tijn op de eerste rij!

De volgende dag waren we weer toe aan een dag rust. 's Morgens nog wel eerst een bezoekje gebracht aan het Hill Tribe museum. Zo leerden we weer iets bij over de gewoonten en waarden van de bergvolkeren hier in het noorden.
Omdat ons hotel geen zwembad had, zijn we vervolgens naar het Rimkok Resort gegaan. We hadden het grote zwembad voor ons alleen, dus de kinderen hebben er de hele dag naar hartelust geploeterd en geravot. Jaan heeft zelfs een heel stuk zonder bandjes gezwommen en Tijn doet in het water echt niet onder voor zijn grote broer!

Omdat de eerste tour zo goed was bevallen, besloten we de derde dag nogmaals met Tienne op stap te gaan. Dit keer trokken we naar Mae Sai (de grensovergang naar Birma) en Chiang Saen, het beroemde drielandenpunt (Thailand, Laos en Birma). Op weg er naar toe hebben we nog een bezoek gebracht aan Monkey Cave. De naam zegt het al, er is hier een grot en er zijn hier apen. Veel apen...... Alhoewel de apen wild zijn, zijn ze verre van mensenschuw. Opletten geblazen dus. Hou de tassen dicht en doe nooit alsof je iets eet! Ik was behoorlijk op mijn hoede, want de kinderen vonden die apen natuurlijk reuze interessant. Tienne vertelde ons dat er toch regelmatig ongelukken gebeuren. En een bijtwond van een aap zag ik niet echt zitten. Naast apen krioelde het er in het riviertje ook van de catfish. Echte joekels! Maar zelfs tussen die vissen....... sprong opeens een aap! Door het water bleek de kortste weg naar de mevrouw die banaantjes uitdeelde!

Chiang Saen (de grensovergang naar Birma) kenmerkt zich door de uitgestrekste marktjes. Veel toeristen betalen er 10 dollar om een stempel in hun paspoort te ontvangen en de zwarte markt in Birma af te struinen. Wij blijven aan de Thaise kant. Tijn heeft zijn zinnen gezet op autootjes van Cars, dus mag Jaan ook iets uitkiezen. De hele markt zoekt hij af en vraagt hij 'How much?' aan de verkopers. Hij mag van ons 100 Baht besteden (= ongeveer 2 euro). Resultaat: Als we de markt verlaten heeft Jaan nog niets gevonden en is hij super teleurgesteld. Met een kwaad gezicht slentert hij achter mij aan wanneer een verkoopster mij haar edelsteenwinkel in loodst. Maar eenmaal binnen is zijn interesse snel gewekt. Hij luistert aandachtig als er wordt uitgelegd hoe de steen van een ruw stuk rots verwerkt wordt tot (voor hem) diamant. Op het einde is hij dan ook vastberaden. Hij loopt naar de vrouw en vraagt weer 'How much?'. De teleurstelling is groot dat de door hem uitgekozen steen ver boven zijn budget gaat. Maar zijn kinderrsmoeltje doet zelfs de verkoopster smelten. Jaan toont zijn briefje van honderd, en de vrouw overlegt druk met (naar mijn idee) de baas. Ze komt terug met een kleine, groene jade-steen die Jaan mag hebben voor 100 Baht. Zijn we voor de gek gehouden of was dit echt een koopje? Ik zal het nooit weten, maar Jaans gezicht was me op dat moment wel 10000 Baht waard!

Alhoewel het drielandenpunt op zich niet zoveel voorstelt, is het uitzicht over de Mekong (een van de 8 grootste rivieren ter wereld) toch de moeite. De jongens amuseren zich met de visjes in de lotusvijvertjes en wij praten met onze gids over de verschillen tussen de Lao's, de Birmanezen en de Thai. Drie buurlanden. Ze lijken op elkaar, maar zijn toch ook zo verschillend. Waar heb ik dat eerder gehoord?

Op de terugweg nog even bijgeschoold in het Opium-museum en voor het slapen gaan nog even carnaval gekeken met Tijn....

Onze laatste dag in Chiang Rai trekken we nogmaals naar het zwembad. Ook vandaag hebben we het helemaal voor ons alleen. Ik lees de laatste bladzijde uit mijn boek 'Langs de Mekong' van Sjon Hauser, en pak de tassen in om terug te vliegen naar Bangkok.

zondag 24 mei 2009

Duizendpoten, padden en sprinkhanen


Het afscheid nemen van Amber Sands en Koh Chang valt niet mee. Tijn wilt de huispoezen Suiker en Koffie meenemen en is zeer verdrietig dat dit niet kan. Jaan is boos dat hij zijn gevonden schatten niet allemaal kan meenemen (dode insecten, stenen, schelpen...). Maar ook wij zelf krijgen een melancholisch gevoel als we Julian en Cheryl uitzwaaien. Op Koh Chang blijf je hangen als je niet uitkijkt. Maar we willen verder: Er is nog zoveel meer te zien... En het vreselijke gejammer van de brulkikkers gaan we zeker niet missen!
Tot overmaat van ramp is Jaan ziek. Een 'mama, ik voel me niet zo lekker...' gaat al snel over in overgeven en diarree. Gelukkig knapt hij na zo'n sessie wel meteen weer op, dus besluiten we onze trip naar het volgende eiland toch voort te zetten. De plastic zakjes voor onderweg blijken echter geen overbodige luxe...


We gaan met de taxi naar Sri Rancha, vanwaar we een bootje nemen naar het visserseiland Koh Si Chang. Maar net als we de boot op willen gaan, wordt de lucht pikzwart en begint het flink te waaien. Reden te meer om de overtocht even uit stellen. We besluiten ergens wat te gaan eten. Tijn zeurt de hele tijd dat hij ook ziek is (aandacht tekort vanwege zijn zieke broertje, denken wij) en hij doet verschillende immitaties van braakaanvallen. Maar net als de serveerster ons onze scampi's serveert laat Tijn zien dat hij zich niet aanstelt: Een grote golf waarvan ik jullie de inhoud bespaar, gutst over Tijn, over de tafel, en over mijn rugzak! Lang leve de Thaise buikgriep! Om alle ongeruste grootouders meteen weer te kalmeren: Diezelfde avond zaten beide jongens weer met veel smaak aan een grote pannekoek!


Naar Koh Si Chang hoef je niet te gaan voor het bounty-gevoel, maar wel om het toerisme te ontsnappen en om kennis te maken met het authentieke vissersbestaan van de Thai. We overnachten in Tiepai-resort. Een onderkomen verblijf, waar wij met enige fantasie een prachtig resort van toveren. We ontdekken al snel de vele duizendpoten die dit eiland rijk is. Ze zijn wel 25 centimeter lang, en voor Jaan reden te meer om op te treden als dierenredder. Er zou er maar eens eentje bij het oversteken overreden worden.....

De volgende dag investeren we in een persoonlijke chaufeur. Er rijden geen auto's op het eiland, maar alleen zeer opvallende tuktuk's: Harley Davidson-achtige brommers met een heus shopper-stuur! Stoer!!!! Onder begeleiding van onze prive-gids bezoeken we de chinese tempel, de gouden boedha, Sunset-point, Hat Tha Wang (het koninklijke buitenverblijf van koning Rama V) en het strandje van Hat Tham Phang.

De dag erna besluiten we terug te gaan naar het vaste land en nog een nachtje in Sri Rancha te verblijven (Sea View resort), alvorens we doorvliegen naar Chiang Mai. Dit blijkt een goede keuze. Sri Rancha is een bruisende stad, waar we al wandelend in het boulevard-park allemaal leuke dingen ontdekken. Bij de chinese temple in de haven, San Jao Phaw Khao Ya, is een schilpaddenbassin waar de kinderen inktvis mogen voeren aan tientallen enorme schilpadden. Ik beveel Tijn uit voorzorg zijn handjes niet over de rand te steken.... Het zijn uiteindelijk vleeseters!

In het park wordt uitbundig gesport. Ik vergaap me aan een Thaise aerobic-instructrice die maar liefst zo'n 200 thai laat springen op Thaise aerobic muziek! En dat bij zo'n 30 graden! Over de piste joggen honderden lopers, jong en oud. In een hoek van het park ligt, volgens Jaan, een groep uit te rusten. Ik leg hem uit wat yoga betekent. En tussen al deze fanatiekelingen zie je nog overal einzelgangers die hun eigen ontwikkelde sporttak beoefenen. Vreemde bewegingen en oefeningen waar ik me van af vraag waar die goed voor zouden zijn! Een sportief volkje, die Sri Rancha-nezen!

Tot groot jolijt van de kids staat er op het einde van het park en enorm speeltuig in de vorm van een piratenschip. Terwijl wij genieten van een fris flesje water, integreren onze kids met Thaise piraten. Gelukkig is de piraten-taal universeel!

Voor we terug gaan naar het hotel slenteren we over de sfeervolle avondmarkt. En Jaan's lol kan niet meer op wanneer hij een stalletje met.... sprinkhanen en andere ongedierte ontdekt. Papa had hem immers iets beloofd! Chris probeert de verkoopster ervan te overtuigen dat 1 sprinkhaan echt genoeg is, maar de vrouw haalt haar schouders op, vult een heel bakje met sprinkhanen en vraagt 20 baht. Chris besluit zijn uitdaging een eindje verderop aan te gaan. En wat blijkt? Ze smaken naar smaakloze chipskes! Het bakje geraakt niet leeg, maar er worden er wel meer dan een gegeten! Rachel proeft een ministukje en Tijn en Jaan houden het bij kijken!


Met Thai Air vliegen we met z'n vieren voor nog geen honderd euro naar Chiang Mai. Een stuk waar we over land zeker een hele dag aan waren kwijt geweest, en nu zijn we er binnen een uurtje. De vlucht verloopt goed en om 21.00 uur 's avonds ploffen we neer op onze kamer van het Awana House. Toch handig die site van verre reizen met kinderen, het scheelt een hoop uitzoekwerk bij de keuze van een hotel. Want wie kan er beter oordelen over een hotel als andere ouders die er met kids zijn geweest! Weer een goede keuze dus!

Chiang Mai is een heerlijke stad. Dat wisten we nog van de vorige keer, daarom wilden we er ook terug. Het heeft de diversiteit van Bangkok maar is veel overzichtelijker en charmanter. Wat ook meteen opvalt is dat de prijzen vaster staan, en er dus minder onderhandeld moet worden. Dat scheelt weer energie!

De eerste dag wordt eerst het zwembad uitgeprobeerd. Maar dat valt wat tegen. Doordat het overdekt is, is het water koud. Daarnaast is er geen ondiep stuk waardoor de kids continu moeten werken om boven te blijven. Na een half uurtje zijn ze doodmoe en besluiten we de buurt te verkennen. We passeren de ene tempel na de andere. Ze worden allemaal bezocht dus worden de schoenen heel wat keren uit- en aangedaan. Ook de boeddha-groetjes worden nog steeds door de kids, inmiddels als volleerd begroeter, uitgevoerd.

Na een paar uurtjes rondslenteren, nemen we een tuk tuk naar het in de Lonely Planet aanbevolen insecten museum. Met Jaan als insectenredder in ons midden, lijkt ons dat wel een dankbare bestemming. Helaas duurt de tuk tuk rit iets langer dan verwacht.... De chauffeur kan het museum niet vinden en ook bij navraag blijft het onduidelijk waar we moeten zijn. Dat doet bij ons al vraagtekens rijzen.... Als we er uiteindelijk geraken blijkt het om een klein, volgestouwd huis te gaan waar een man met een passie voor muggen(!) zijn levenswerk van heeft gemaakt. Hij vertelt vol overgave over zijn passie, en hoe het huis tot stand is gekomen. Je zou bijna sympathie krijgen voor die irritante, vreselijke, afschuwelijke kwelgeesten.... Wij vinden het museum maar een allegaardje van niets, al is de collectie insecten zeer uitgebreid. Maar zoals verwacht rennen de kinderen rond met de ene 'Oooooh" na de andere 'Aaaaah' en hun enthousiasme werkt aanstekelijk.

's Middags besluit in me te onderwerpen aan een Thaise massage. Ik blijf last houden van mijn stijve nek dus reden te meer om de massagesalon tegenover ons hotel binnen te stappen. En ik heb er geen spijt van. Een uur lang werd ik gekneed, geknepen, geduwd, gerold en gewreven. Een uur genieten voor 2 euro, waar vind je dat nog! Door mijn enthousiasme volgt Chris een uurtje later: "Ik voelde me net een poppetje Play-doh-klei!'


De tweede dag in Chiang Mai bezoeken we de bekende Doi Suthep tempel Een enorm complex hoog in de bergen. Misselijk van de bochtrijke klim komen we aan. De 306 trappen naar de top laten we dan ook links liggen en we nemen een liftje verder. Maar de trip loont zich. We genieten van alle pracht en praal die de tempel biedt. Jaan en Tijn worden door een als Ghandi uitziende monnik gezegend en ontvangen van hem een armbandje. Dit uit touw bestaande sierraad kan Tijn echter niet bekoren. Nog voor we de tempel verlaten hebben heeft hij het eigenhandig verwijderd!


We vertoeven de rest van de dag in de dierentuin van Chiang Mai. Een enorm uitgestrekt domein. We wandelen dan ook meer dan dat we dieren zien, en eigenlijk is het daar veel te warm voor. Sinds we in het noorden zijn aangekomen hebben we geen regendruppel meer gezien. De blauwe luchten zijn voor de foto's wel prima, maar de temperatuur loopt hierdoor nog eens een paar extra graden op. De veertig halen we met gemak. We besluiten dan toch maar gebruik te maken van het treintje, maar zijn soms nog te murw om uit te stappen. Och ja, je ziet de dieren ook wel vanuit het treintje.....


's Avonds gaan we terug naar een van de tempels bij ons in de buurt, de Wat Chedi Luang, omdat we begrepen hebben dat daar de hele week avondfestival is. Een goede zet, want de kinderen zijn er niet weg te krijgen! Tijn kijkt helemaal in trance naar de zang- en dansvoorstellingen en Jaan is in de zevende hemel als hij de ballon-bal (waar hij al de hele tijd om zeurde) gratis krijgt van de verkoper (totdat de bal enig tijd later sneuvelt....). Als toetje is er nog een mini-kermis, hetgeen een groot contrast levert met alle religieuze activiteiten die zich rons de tempel afspelen. De kinderen mogen voor nog geen euro op de autootjes, balonnen schieten, balonnen vangen en visjes hengelen. En Jaan en mama zitten maar liefst 25 minuten in het mini-reuzenrad... Lang leve de tempelfeesten!




Zaterdag hebben we tegen beter weten in toch nog een aanrader uit de Lonely Planet bezocht: Het farang-kerkhof. Volgens de LP is dit een spannende, onheilspellende begraafplaats voor immigranten. Dat laatste klopt, maar spannend was het verre van. Ik heb me er alleen maar geergerd aan de muggen.

Net zoals in heel Thailand, ontbreekt het in Chiang Mai ook niet aan kappers en tandklinieken. Overal waar je komt vind je wel folders waarin voor spotprijzen zeer uiteenlopende gebitsrenovaties worden aangeboden. De klinieken zelf rijzen nog steeds als paddestoelen uit de grond. Dit is blijkbaar de nieuwste investering, want wij kunnen ons hier niets van herinneren uit ons eerste Thailand-bezoek. Er zijn nog meer zaken die anders zijn. De rommel bijvoorbeeld. Af en toe zie je nog wel zwerfvuil, maar naar ons idee wordt er veel beter opgeruimd. De rommel slingerd minder rond en we zien zelfs op veel plaatsen dat er afval gescheiden wordt. Een derde verandering is het aanbod aan levensmiddelen. Moesten we zeven jaar geleden nog grote zoektochten afleggen voor brood- en melkproducten, nu zijn ze in bijna alle winkeltjes te verkrijgen. Zo eten de kids dan ook elke dag wel een bakje yoghurt of een drinken ze een pakje melk. Het aantal 7-11-supermarktjes is dan ook vertienvoudigd!

Na ons bezoekje aan het kerkhof hebben we verkoeling gezocht op de Mae Ping River. Met een long-tail-boot voeren we naar een authentiek boerenhuis, alwaar we uitleg kregen over het Thaise plattelandsleven. Er liepen cavia's, zwijnen, kippen, hanen en poezen rond, dus de jongens voelden zich al snel thuis op deze mini-boerderij. Maar het hoogtepunt kwam pas toen we na terugkomst weer aanmeerden. Naast de pier was een plek waar de Thai, om hun kans op geluk te vergroten, waterdieren lozen, vergezeld van een gebed. Aan de waterkant krioelt het dan ook van de vissen, waterslangetjes, krabben, schilpadden, kikkers en padden. Het te water gelaten geluk werd door onze dierenvrienden eigenhandig gevangen en op de oevers gezet. Aangezien we niet zeker wisten of we hiermee het geluk van de gelovige Thai zouden schaden, hebben we de jongens zelf maar hun geluksbrengers laten kopen. Tijn koos voor een emmertje vol visjes, die binnen de twee tellen in de rivier gekiept werden. Niet alleen het kiezen duurde bij Jaan aanzienlijk langer, ook het te water laten ging bij Jaan gepaard met een eigen ritueel. Na een pijnlijke keuze koos hij voor 2 dikke padden, die in zakjes verpakt waren. Onze Diego koos voor de zieligste..... Een voor een pakte hij de met wratten bedekte glibberballen vast en zette ze liefdevol op de oever. Met pijn in zijn hart keek hij zijn wegzwemmende geluk na.... Gelukkig kreeg hij de kans om 's avonds via skype zijn verhaal nog eens aan opa en oma te vertellen. Goed voor de verwerking, die skype!


Zondag, onze laatste dag in Chiang Mai, besloten we wat rustiger aan te doen. Na een dierentempelbezoekje in de ochtend (we kunnen het niet laten), hebben we de rest van de dag op de koele kamer vertoefd. Weblog bijwerken, foto's bekijken, tekeningen maken, kleiwerkjes maken, met balonnen spelen en onze volgende bestemming voorbereiden. We merkten dat de kinderen vermoeid waren (lees:lastig) en ook onze lontjes leken korter te worden. Reden temeer dus om de accu's weer even op te laden met een dagje 'hotellen'. 's Avonds zijn we wel nog naar de zondagmarkt geweest, die vlak bij ons hotel was. Ons zwak voor marktjes blijft ondanks het grote aanbod gewoon bestaan!

Morgen vertrekken we, voor het eerst met openbaar vervoer, naar Chiang Rai. Goedkoper is het sowieso, maar of het ook een goede keuze is om af te stappen van het goed georganiseerde, duurdere prive-vervoer, dat zullen we morgen wel weten!