POEKE EN PACCO IN THAILAND

mei - juni 2009

zaterdag 27 juni 2009

Boot-perikelen en tsunami-leed


Nadat we de jungle verlaten hebben, nemen we de minibus naar Krabi. We merken dat het hier in het zuiden veel drukker is dan in het noorden. Nooit meer een busje voor ons alleen, maar wel volgepropte bussen. 10 Zitplaatsen betekent dat er minstens 11 personen in passen, plus dan nog eens alle bagage, die nooit past in de kleine kofferruimtes, dus bij de passagiers erbij geduwd worden. Ik verzeker je, twee uur en langer zo reizen is niet echt ontspannend.... Zo verging het ons ook naar Krabi. Behoorlijk gaar kwamen we er aan, en lieten ons gedwee naar het Golden Hill hotel brengen. Een hotel dat we nooit zelf zouden hebben uitgezocht, maar de 'gaarheid' maakte ons gewillig en daar maakte de hotelronselaar gretig gebruik van. We konden trouwens wel enig comfort gebruiken na het primitieve verblijf in de jungle!

Krabi is niet echt een leuke stad. We lopen er wat doelloos rond en de hitte slaat ons lam. Ook daar wordt weer handig op ingespeeld door een allerte bootman. Tien minuten later zitten we op zijn longtail-bootje, en varen we langs de mangrovebossen. Een onvverwacht leuk uitje, want we zagen naast monitorlizards (enorme waterhagedissen) ook krabetende mangrove-makaken, kingfishers, krabben en modderkruipers. Helaas hadden we geen fotocamera bij ons, en de gsm lag op de kamer op te laden..... Dat gemis aan de camera werd nog groter toe de bootman ons, na een bezoek aan de grot waar ooit opnames werden gemaakt voor de film 'Familie Robinsson (?), nog naar een viskwekerij op zee bracht. Allerlei vis wordt daar in drijvende bakken gekweekt. Het hoogtepunt was de aanwezigheid van de boemvissen / ballonvissen / koffervissen / poffervissen (we weten de juiste naam niet, ze worden overal door iedereen anders genoemd!). Zodra deze vissen zich bedreigd voelen blazen ze zichzelf op, en wachten totdat het gevaar voorbij is, om zich vervolgens met een luid 'ballon-leeglopend-geluid' leeg te laten pruttelen! Blijkbaar voelde de vis zich bij Jaan wel op zijn gemak, want hij liep leeg in Jaan's handen. Die schrok zich een hoedje van het geluid en gooide de vis met een luidde schreeuw terug! Een vreselijke grappige tafereel.....

Dinsdag 23 juni zijn we met de long-tail boot naar Railay vertrokken. Niet echt een trip om met plezier aan terug te denken..... Het begon al voor vertrek. We zouden om 12 uur vertrekken (stond op de tickets). Om 12.15 uur kwamen we erachter dat de bootman pas wilde vertrekken als hij 6 personen aan boord had. Dus wachtte hij rustig af... Ook wij probeerden de Thaise geduldigheid vol te houden maar na een uur is de maat vol. Discussieren met Thai helpt niet. Dan zwijgen ze. En hoe harder onze bootman zweeg, hoe bozer wij werden. We wilden ons geld terug, maar de zwijgzame bootman spreekt opeens geen Engels meer. Tegen onze principes in besluiten we voor de overige twee plaatsen bij te betalen. De kinderen zijn het wachten beu en wij willen aan deze irritante situatie een einde maken. Dat begreep de bootman opeens wel weer, dus na nog wat op en neer geren voor benzine vertrokken we eindelijk. Tot overmaat van ramp begon het te regenen....
De opluchting van het uiteindelijke vertrek was maar van korte duur. De golven werden steeds hoger en de zee steeds ruwer. Mijn onrustig gevoel sloeg om in angst toen de bootman zei ' Maybe we better go back...'. Ik wilde niets liever! Maar de bootman twijfelde en besloot alsnog door te varen. Overgeleverd aan zijn grillen snoer ik de kids in zwemvesten en klamp me vast aan de overtuiging dat we straks lekker kunnen douchen...... Jaan joelt bij elke golf die ons bootje op zee doet klappen en Tijn.... die valt gewoon op mijn schoot in slaap! Na dik anderhalf uur komt aan deze woelige vaart een einde en zetten we doorweekt voet aan wal van Railay-beach. Met knikkende knieen betreed ik het Viewpoint Resort en stap ik onder de douche.

Het Viewpoint Resort ligt aan de oostkust van het schiereiland. Het is niet het bruine, modderige mangrovelandschap dat deze kant van het eiland zo onaantrekkelijk maakt, maar wel de rotzooi en de vervuiling die hier ten toon gespreid wordt. We discussieren over de (naar ons idee) kleine moeite die het zou kosten om deze kuststrook te voorzien van afvalmanden en een opruimactie om het weer wat aantrekkelijker te maken. Er zijn voldoende leuke barretjes en restaurants aanwezig, maar die worden pas gezellig als het donker is en de vuiligheid aan het oog onttrokken wordt.
De westkust van het eiland staat in groot contrast met het oosten. Dit witte strand lijkt beter te worden onderhouden en is dan ook de trekpleister van het eiland. De resorts en de restaurants zijn hier gemiddeld zo'n drie keer duurder. De prachtige zonsondergangen trekken alle eilandgangers naar hier, en er worden op het strand de nodige voetbalmatchen gespeeld tijdens het invallen van de avond. Railay-beach is een eiland van contrasten.

We ontdekken dat we niet meer zover verwijderd zin van Phi Phi eiland. Woensdag de 24ste nemen we dan ook de boot naar het eiland waar we 7 jaar geleden ook waren. Omdat we Phi Phi toen al duur vonden, besluiten we er nu niet te overnachten maar het te beperken tot een daguitstap. Dit blijkt een juiste keuze. Phi Phi is Phi Phi niet meer. Hier heeft de tsunami natuurlijk een belangrijke rol in. We herkennen niets meer, en planten ons gedesillusioneerd neer op een strand waar de golven te hoog zijn, de zon te warm, de schaduw te weinig en het strand te smal. Ook de vissen die zeven jaar geleden aan onze vingers sabbelden als we in het water stonden, leken met de tsunami te zijn weggespoeld. Jaan juigt dolblij als hij een visje van 2 centimeter spot.... De teleurstelling wordt gelukkig goed gemaakt wanneer we besluiten naar de andere zijde van het eiland te verkassen. Als we net doen of we de tientallen toeristenboten niet zien, lijkt het zelfs weer een beetje op het prachtig stukje Thailand van zeven jaar geleden. En ja hoor, zelfs de vissen komen terug. Als we de koekjes 'per ongeluk' in het water laten vallen worden we omringd door grote scholen felgekleurde vissen. Zijn we toch niet voor niets gekomen!

Omdat het weer goed blijft, besluiten we een extra dag op Railay te blijven. Tijn is al een tijdje dwars en koppig en we vermoeden dat wat rust hem goed zal doen. Een dagje strand en zwembad is voor de jongens de beste ontspanning. Kan mama meteen nog een massage meepikken op het strand! En papa doet papa-dingen. Die woont een wedstrijd Thai-boksen bij!

Vrijdag 26 juni verlaten we Railay en reizen we door naar de westkust van Zuid Thailand, naar Khao Lak. Wederom een volgepropt busje dus twee uur afzien. We vragen de taxichauffeur ons af te zetten bij Cousin Resort. De taxichauffeur dropt ons echter bij Ladda Resort. Connecties? Commissies? Geen idee wat de reden was, maar Ladda ziet er leuk uit en de prijzen vallen mee, dus we blijven. De eigenaar heeft een zoontje, en onze jongens hebben de mand vol auto's en schietgeweren al snel in de gaten...

Na wat energie afgeblazen te hebben in het zwembad verkennen we het strand. We zijn onder de indruk. Kilometers lang, prachtige schelpen en geen mens te bekennen. Dit is wat reizen in het regenseizoen zo aangenaam maakt. De meeste resort-restaurants zijn gesloten, maar we vinden er nog net een voor de regen losbarst en genieten met een cocktail in de hand van een spectaculaire zonsondergang.

Khao Lak is veel minder bekend dan Khao Sok, waar we eerder waren. Toch heeft Khao Lak naast fantastische stranden ook een prachtig stuk jungle, waar we zaterdag op ontdekking gingen. Het zou een korte wandeling zijn, naar Little Sandy Beach. In kilometers was het inderdaad kort, maar door de flinke klauter- en klimstukken deden we er bijna twee uur over. De beloning was het kleine verlaten strandje, waar de kids naar hartelust krabben gevangen hebben. Khao Lak doet voor ons niet onder voor zijn grote broer Kha Sok.


Op de terugweg bezoeken we het tsunami-museum. We hadden de kids wel al verteld over de ramp in 2004, maar de foto's in het (niet noemenswaardige) museum deden hen net iets meer begrijpen wat voor ramp zich hier voltrokken heeft. Met name de politieboot, die 2 kilometer landinwaarts gesleurd werd en nu nog steeds als een soort van monument op dezelfde plek ligt, maakte indruk. De Phang-Nga provincie, waar Khao Lak deel van uit maakt, werd het hardst door de vloedgolf getroffen. De tsunami-warning-signs in het straatbeeld herinneren ons eraan dat het mogelijk nog wel eens zou kunnen gebeuren. De borden adviseren je dat je dan naar een plek moet gaan die minstens 30 meter hoger ligt. Wandelend over het vlakke strand vraag ik me af waar dat is...... Terug in het resort praten we met Henrik, de Deense eigenaar, over de gebeurtenissen in 2004. Hij was op dat moment zelf in Denemarken. De man die hier de zaak toen voor hem waarnam, overleefde de ramp niet. Hij was een van de circa 8000 hier in Thailand.

Morgen zetten we koers richting Bangkok. Langzaam, zodat we nog niet hoeven toegeven dat het einde in zicht komt.

zondag 21 juni 2009

Go, Diego, go!


Wanneer je gebruik wilt maken van het zwembad van een ander hotel moet je daar voor betalen. We hebben inmiddels ontdekt dat je wel gratis mag zwemmen wanneer je eerst bij het hotel eet. Daar maakten we maandag 15 juni dankbaar gebruik van. We moesten om 11 uur uitchecken in ons eigen hotel, trokken naar het buur-hotel vanwege het leuke zwembad, ontbeten daar en bleven vervolgens tot twee uur in het zwembad liggen! Jaan is nu overtuigd van zijn eigen kunnen en zwemt zonder problemen alleen in het diepe. Echt leuk om te zien hoe hij steeds meer durft uit te proberen. Koprollen, duiken, onder water zwemmen......


Om drie uur nemen we de boot naar Koh Samui. We hebben allemaal niet echt veel zin om te vertrekken, want Koh Phangan heeft ons alweer betoverd. We vrezen dat Koh Samui dit echt niet kan overtreffen. Koh Samui is het grootste en het meest toeristische van de drie eilanden aan de oostkust. Alsof het weer met ons mee treurt om het verlaten van het door ons geliefde eiland, slaat het om als we op de boot zitten. Als in we Koh Samui aankomen heeft het daar flink geonweerd. Alles staat blank. Een beetje weemoedig komen we aan in Bill Resort op Hat Lamai. Het kleine kamertje, de hoge prijzen, het slechte weer en de vele muggen doen ons humeur niet echt goed......


Na een goede nacht ziet alles er weer wat rooskleuriger uit. Het weer is nog steeds bewolkt, maar na wat 'huishoudelijke verplichtingen' (luiers kopen, was laten doen, geld pinnen...) trekken we naar het zwembad. Deze keer is er ook een bubbelbad en volgens de jongens zien bubbels er met de zwembrillen onder water nog tien keer leuker uit! Natuurlijk wordt ook het strand verkend. Weinig schelpen, lang strand, fijn wandelen, diep water, geen koraal, veel strandverkopers, goed zwemwater. We durven ons inmiddels ervaren strand-hangers te noemen. Opdringerige strandverkopers wimpelen we met trage handgebaren af en ook de kids zijn getraind om niet in te gaan op de verkooppraatjes. Zelfs de ijsjes-verkopers wijzen ze zelf resoluut af! De enige die we niet kunnen weerstaan is de tattoo-man. Als hij aan Jaan laat zien dat hij ook gekko-tattoo's heeft, komen we er niet meer onderuit! En ook Tijn heeft het er voor over om 10 minuten stil te zitten en vervolgens nog eens een half uur bij ons in de houtgreep te zitten drogen.... Ze beloofden een houdbaarheid van 2 weken. Helaas vervaagde de henna-tattoo al na twee dagen....


Na alweer een dag luieren besluiten we woensdag weer eens wat te ondernemen. Daarom huren we een auto. Chris is de bezitter van het internationale rijbewijs, dus de eer was aan hem. Het links rijden viel nog mee. Het met links schakelen was moeilijker! En ook ging regelmatig de ruitenwisser aan wanneer het knipperlicht zou moeten branden! Maar het was heel fijn om nog eens eigen vervoer te hebben. Stoppen waar je maar wilt, en zelf bepalen waar je naar toe gaat. We hebben vooral getourd en kennisgemaakt met die stukken van Koh Samui die nog niet volgebouwd zijn. Daarnaast hebben we nog een rum-distillerij bezocht (en Thaise rum gekocht) en een bezoek gebracht aan een reptielen-farm. De kinderen vonden het prachtig. Wij vonden het vooral zielig, onderkomen en echt Thais. De slangenshow hebben we kunnen ontlopen door aan de kids te verkondigen dat die helaas vandaag niet doorging......


De butterfly-garden was wel de moeite. Een met netten overdekte tuin, met waterval, waarin tientallen soorten Thaise vlinders rondfladderden. Het educatieve stuk liet in fases het rups-cocon-vlinder-proces zien. Toch spijtig dat die mooie vlinders maar twee weken leven...


Donderdag wilden we eigenlijk weer vertrekken, maar omdat het mooi weer was besloten we een dagje langer te blijven. Alhoewel we Koh Samui te toeristisch, en te druk vinden, kunnen we ook moeilijk afscheid nemen van het eiland-leven. Als we terug gaan naar het vastw land, zullen we waarschijnlijk geen andere eilanden meer bezoeken. Aan de west-kust is de kans op slecht weer groter, dus laten we de eilanden daar letterlijk links liggen. Een extra dagje Koh Samui dus. Zwemmen, luieren en in de namiddag naar Chaweng. Het Benidorm van het eiland. Meer blanken dan Thai en een onvriendelijke sfeer. Tijn scoorde een vissen t-shirt, maar verder waren we blij toen we er weer weg waren.

Vrijdag de 18e juni hebben we dan toch maar definitief afscheid genomen van het eilanden-bestaan. Jaan en Tijn wilden nog even goedendag zeggen tegen de schilpad in de vijver van het hotel. Een luide plons en veel geschreeuw kondigden aan dat er iets misging.... Lang leve de plastic zakken waar Tijn's kleren de rest van de dag inzaten....!
De rest van dag stond in het teken van taxi's, boten en bussen, om uiteindelijk 's avonds aan te komen in Khao Sok. Khao Sok Nationaal Park. Khao Sok is een regenwoud dat meer dan 160 miljoen jaar oud is en zo ouder en rijker is dan veel gebieden in de Amazone en Centraal Afrika. Er leven onder andere tijgers, tapirs, olifanten en luipaarden.
Moe en hongerig worden we afgezet bij Our Jungle House. Daar wacht ons een koude douche. De vier-persoons kamers die ze ons aanbieden zijn erg duur. Wanneer wij vragen of ze geen goedkopere, twee-persoons kamer voor ons hebben, valt Klaus, de eigenaar, tegen ons uit en laat ons weten dat je wanneer je met vier personen reist, je echt geen twee persoons-kamer kunt krijgen. Wanneer wij hem laten weten dat we dat wel al bijna twee maanden, zonder problemen, doen, haalt hij nonchalant zijn schouders op. Hij laat ons weten dat we vrij zijn naar een ander hotel te gaan. Tsja, daar sta je dan, midden in de jungle met het eerstvolgende resort een paar kilometer verder op.... Wetende dat we geen kant op kunnen, besluiten we maar het vier persoonshuisje te nemen.
Naast de vreselijk irritante eigenaar Is Our Jungle House een leuke verblijfplaats. Je waant je er al diep in de jungle, en de huisjes liggen ver van elkaar verspreid. Van veel comfort is er geen sprake, maar het is ook maar de vraag of je dat wilt en kunt verwachten als je de natuur intrekt. Ons huisje heeft geen airco, geen warm water en gelukkig wel muskietennetten, want de gaten en kieren zijn zeer uitnodigend voor allerlei gespuis.... 's Nachts maken we kennis met de oerwoudgeluiden. Krekels, cicaden, apengebrul en voor ons nog een hele hoop ander ondefinieerbaar lawaai...

Onze eerst dag in de jungle brengen we deels op het water door. Een wandeling rondom ons huisje wakkert de 'Diego-gevoelens' van onze jongens flink aan (voor de oudere generatie: Diego is een soort hedendaagse Tarzan....).We maken een kanotocht op de rivier en maken kennis met het eerste, gevreesde, jungle dier: de slang! In de bomen die over het water hangen, liggen verschillende slangen te slapen. Ik vind het prima dat ze zo stilletjes blijven hangen, maar onze bootman vind het nodig er een met zijn peddel uit te slaan! Grote hilariteit als het dier dan bijna in onze boot valt! Groot vermaak voor de kids natuurlijk! Tijn vertelt later: We hadden ook een slang gezien. Maar die was van plastic. En toen die in het water viel werd ie opeens levend!

Naast de slangen zagen we nog meer dieren toen we de dag erna een wandeling maakten het echte oerwoud. We durfden geen wandeling met gids te boeken omdat die meestal drie uur of langer zijn. Daarom besloten we op eigen houtje erop uit te trekken, zodat we konden stoppen wanneer we dat zelf wilden. En wat bleek? We wandelden uiteindelijk meer dan vier uur! Jaan liep alles zelf, en Tijn heeft regelmatig bij ons in de nek gezeten. Het enige vervelende waren de bloedzuigers. Kleine, rupsachtige krengen die zonder dat je het merkt je kleren inkruipen! Hun favoriete plek is de voeten. Door de sokken, zo de schoenen in. Alleen Chris werd slachtoffer. Op zijn witte sokken zagen de bloedvlekken er spectaculair uit. Het had wel een goed effect op de kinderen. Als ze zeurden of treuzelden deed de uitspraak 'Loop door, anders komen de bloedzuigers', wonderen!


Naast prachtige vlinders en verschillende soorten en maten hagedissen, zagen we op de terugweg zelfs apen! Hoog boven ons in de boomtoppen, leken zij even verwonderd over ons als wij over hen! De interne-auditor verrekijker bracht ons even dichter bij elkaar....
Op de terugweg naar ons huisje, wilde Tijn nog even kijken of er nu echt vissen zaten in dat vijvertje...... De rest van de weg terug heeft hij naakt, met wat kroos op zijn kop, gelopen. Zijn kleren stonken een uur in de wind van het het smerige modderwater waar hij (alweer eens) in viel.



Maandag de 22ste juni hebben de jungle weer verlaten. Misschien als Klaus iets aardiger was geweest, waren we nog well een dagje gebleven. Maar hij reageerde zo onvriendelijk naar de kinderen dat we ons er vreselijk aan ergerden. Het moge niet vreemd zijn dat we leedvermaak hadden toen we later hoorden dat Klaus deze week zijn laatste week werkt. De boel wordt dan overgedragen aan een nieuwe baas!